Gepubliceerd op 02-12-2018

Stuip

betekenis & definitie

Stuip - v. (-en), (geneesk.) clonische spiersamentrekkingen waarbij het bewustzijn in meerdere of mindere mate opgeheven is : men heeft stuipen bij kinderen, bij zwangere en barende vrouwen en ten gevolge van vergiftiging; het kind is in eene stuip gebleven, in eene stuip gestikt; groeistuipjes;

— (fig.) kuur, gril krijgt ge weer een van uwe stuipen ?; zotte stuipen. STUIPJE, o. (-s), kleine stuip.

< >