Het begrip schrank heeft 2 verschillende betekenissen:
1. schrank - SCHRANK - v. (-en), (w. g.) schraag, toestel van schragen ; schuin in den grond gestoken staken of palen ter omheining van iets;
— (fig.) binnen de schranken blijven, binnen de perken; iem. in schrank houden, in toom. SCHRANKJE, o. (-s).
2. schrank - SCHRANK - v. (-en), (gew.) bundel: eene schrank vlas; bij het trekken van vlas, dat met beide handen gelijk geschiedt, vormen twee handvollen een leg; zes zulke leggen worden tot eene schrank saamgebonden en tien zulke schranken in een stuik geplaatst. SCHRANKJE, o. (-s).