Gepubliceerd op 22-11-2018

Rank (3)

betekenis & definitie

Rank (3) - RANK bn. bw. (-er, -st), tenger, schraal, opgeschoten : hij is nogal rank van gestalte;

— een rank (zwak) vaartuig, dat bij geringen wind sterk overhelt; door den zwaren bovenlast werd het vaartuig te rank, liep het veel gevaar van om te slaan.

< >