Peklepel - m. (-s), ijzeren lepel waarmede men hellende scheepsnaden vol giet met gesmolten pek;
...OLIE, v. harsolie, ontstaan bij het distilleeren van teer; inz. deze olie met wijn vermengd en voor een krachtdadig middel in zenuwziekten enz. gehouden;
...OVEN, m. (-s), oven waarin men pek uit teer of uit dennenhout stookt;
...PAN, v. (-nen), pan om pek in te smelten of te bewaren; pan waarin men pekkransen laat branden;
...PLEISTER, v. (-s), (gen.) mengsel van 32 dennenhars, 12 gele was en 12 terpentijn ondereengesmolten, als huidprikkelend middel aangewend;
...POT, m. (-ten), pot om pek in te smelten of te bewaren;
...STEEN, m. (-en), glasachtige steen uit kiezelzure klei en kiezelzure kali bestaande.