Gepubliceerd op 22-11-2018

Pachten

betekenis & definitie

Pachten - (pachtte, heeft gepacht), huren, in pacht nemen : eene weide, eene hoeve, een veer, een tol pachten; de tienden pachten, voor de opbrengst van de tienden zekere som in eens betalen;

— de jacht, de visscherij van een landgoed pachten, voor het recht gedurende een bepaalden tijd daar te jagen, te visschen eene zekere som geven. PACHTING, v. (-en).