Opnaaien (naaide op, heeft opgenaaid), iets ergens op vastnaaien : dit belegsel is opgenaaid;
— een rok opnaaien, omhoognaaien, door een opnaaisel korter maken,
— al naaiende verbruiken : al het garen is opgenaaid;
— voortmaken met naaien : naai wat op, de jurk moet van avond klaar zijn. OPNAAIING, v.