Opduiken (dook op, is en heeft opgedoken), boven water komen; de Azoren doken op uit den schoot der wateren, werden zichtbaar;
—(fig.) verschijnen (inz. na lange afwezigheid): eindelijk kwam hij opduiken;
— (fig.) zich voordoen, zich vertoonen : (fig.) toen zag men nieuwe zwarigheden opduiken;
— door duiken naar boven, te voorschijn brengen; (fig.) iem. of iets opzoeken.