v. (-en), (plantk.) een inlandsch plantengeslacht, ook pinksterbloem, kraaienbloem, wilde lychnis, haanderikebloem, eiloofbloem en rood steerntje geheeten (lychnis flos cuculi), de gevlekte orchis (orchis maculata);
— de harlekijn of kulletjeskruid (orchis moris);
— de nachtkoekoeksbloem (melandryum noctiflorum) of silene waarvan de bloem bleekrood en de kelk buikig buisvormig is;
— de avondkoekoeksbloem (m. album) met witte bloem;
— de dagkoekoeksbloem (m. rubrum) met lichtpurperen bloem, op beschaduwde zandige plaatsen voorkomende;
— gew. voor de gemeene veldkers.