HALSKLIER, v. (-en), (ontl.) klier in den hals;
...KLOS, m. (-sen), (molenm.) benaming der vullingstukken aan weerskanten van den hals van de molenas, waartusschen deze draait;
...KRAAG, m. (...kragen), losse of vaste kraag om den hals;
...KRUID, o. (gew.) zekere plant, klokje (campanula glomerata), het kluwenklokje; (ook) het ruigklokje (campanula trachelium);
...KRUIS, o. (-en), kruisje tot sieraad aan den hals gedragen;
...KWAB(BE), v. (-n), vetkwab aan den hals van rundvee, kossem.