Definities van Groot woordenboek der Nederlandsche taal in de Ensie K
- Kameraadschap
- Kameraadschappelijk
- Kameraadsche
- Kameraar
- Kamerarrest
- Kamerdoek
- Kameren
- Kamerfluitist
- Kamergerecht
- Kamergewaad
- Kamerheer
- Kamerhuur
- Kamerijksdoek
- Kamerjager
- Kamerlid
- Kamerling
- Kamerlucht
- Kamermuziek
- Kamerontbinding
- Kameroverzicht
- Kamerplant
- Kamersluis
- Kamerspel
- Kamerspin
- Kamerstem
- Kamerstuk
- Kamertoon
- Kamervergadering
- Kamerzitting
- Kamfer
- Kamferachtig
- Kamferboom
- Kamferbrandewijn
- Kamferbroek
- Kamferen
- Kamferkruid
- Kamgaren
- Kamgier
- Kamgras
- Kamhaak
- Kamhaar
- Kamhagedis
- Kamhaver
- Kamhoornig
- Kamhout
- Kamhuisje
- Kamig
- Kamilbloem
- Kamille
- Kamillen aftreksel
- Kamillenolie
- Kamillepot
- Kamizool
- Kamizoolsknoop
- Kamkever
- Kamkieuwigen
- Kamkieuwworm
- Kamkoord
- Kamkwal
- Kamlat
- Kamlijster
- Kammachine
- Kammedoos
- Kammeling
- Kammen
- Kammenmaker
- Kammer
- Kammossel
- Kammosseldier
- Kamneus
- Kamoes
- Kamoeslederen
- Kamoezen
- Kamp
- Kampaan
- Kampanje
- Kampeeren
- Kampement
- Kampementsgoederen
- Kampen
- Kamper
- Kamperfoelie
- Kamperfoelieachtig
- Kamperfoeliebloem
- Kampernoelie
- Kampernoeliebed
- Kampernoeliesteen
- Kampersteur
- Kamperstreek
- Kampgevecht
- Kampgoederen
- Kamphaan
- Kampioen
- Kampioensprijs
- Kampoliep
- Kampong
- Kampongbewoner
- Kampop
- Kampot
- Kampplaats
