DOORKLINKEN, (klonk door, heeft doorgeklonken), voortgaan met klinken; een nagel doorslaan; terdege klinken, vastklinken;
—, (doorklonk, heeft doorklonken), met klank vervullen: haar gezang doorklonk het geheele huis.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: