Gepubliceerd op 01-09-2018

Boerenspraak

betekenis & definitie

BOERENSPRAAK, v. eigenaardige taal der boeren; (ook) hunne eigenaardige uitspraak der woorden;

...STAND, m. maatschappelijke staat der boeren; de gezamenlijke boeren, gewoonlijk van eene bepaalde streek;
...STIEL, m. (Zuidn.) boerenbedrijf;
...STOET, v. (-en), fijn huisbakken brood van rogge of tarwe;
— minachtende benaming voor een boer;
...STULP, v. (-en), gewone boerenwoning waarbij alles onder één dak is; onaanzienlijke, schamele boerenwoning.

< >