slotwoord van gebeden, preeken (de oorspr. beteek. is dat is zoo, dat zij zoo);
— amen op iets zeggen, ermee instemmen, erin toestemmen;
— ja en amen op iets zeggen, er geheel mee instemmen;
— hij zei ja en amen op alles wat de man uitkraamde, stemde alles toe, praatte hem naar den mond; ook: ja en amen spelen, opzettelijk met iem. meepraten:
—, o. de predikant sprak het amen uit;
— (gemeenz.) van eeuwigheid tot amen, allervervelendst lang.