AARDAPPELSCHOUT, m. (-en), (gew.) de marktmeester belast met het verkoopen der aardappels;
...SCHRAPPER, m. (-s), een mesje waarmee men ze schrapt;
...SCHRAPSEL, o.;
...SCHUIT, v. (-en);
...SCHURFT, v.;
...SCHUUR, v. (...schuren);
...SLA, v. eene sla van aardappels enz. bereid;
...SOEP, v. (-en).