Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Vlinder

betekenis & definitie

m. (-s),

1. kapel, schubvleugelig insect: de Vlinders (Lepidoptera) vormen een der grootste orden der insecten; de larve van de vlinder heet rups ; bonte vlinders; — zinnebeeld der onsterfelijkheid; 2. (fig.) ongestadig, veranderlijk mens (inz. in de liefde);
3.wat de gedaante heeft van een vlinder, o.a. als ben. voor zekere platte, fijne wittebroodjes.

VLINDERTJE, o. (-s).

< >