Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Varent

betekenis & definitie

I. m., g. mv.. Vlaamse ben. voor varen (I),

II. m., ontsteking bij paarden, gevolgd door verettering onder de huid, inz. achter de oren (en dan ook mol of nekbuil genoemd). doch ook op de schoft (schoftbuil) en ter hoogte van de punt van het borstbeen, en eindigend met de vorming van een langdurig etterende fistel.