v. (-en),
1. handeling van verdelen: de splitsing der atomen.
2. scheuring (in partijen); verdeeldheid.
3. (biol.) het uiteenvallen van de individuen van een bepaalde generatie in groepen met verschillende erfelijk bepaalde eigenschappen.
4. plaats waar iets, inz. een weg, zich splitst: bij de splitsing moet je rechts afslaan; —
verbinding van twee touwen of kabels door ineenvlechting der strengen; splits.