(peperde, heeft gepeperd),
1. met peper bestrooien, met peper toebereiden: het eten is te sterk gepeperd;
2. (fig.) sterk kruiden: gepeperde uien tappen; — ik zal het hem gepeperd toedienen, daar zal hij van lusten;
3. (fig.) duur maken: die winkelier weet zijn waren te peperen!