(overtroefde, heeft overtroefd, in de bet. 1. ook overgetroefd),
1. (kaartsp.) op een troefkaart een hogere troefkaart leggen;
2. (fig.) iem. overtroeven, tot zwijgen brengen, zich zijn meerdere betonen;
3. (Zuidn.) afranselen; (ook) hem duchtig de waarheid zeggen.