Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Overroepen

betekenis & definitie

I. (riep over, heeft overgeroepen),

1. roepen dat men het aan de overzijde horen kan;
2. toeroepen te komen, tot zich roepen;

II. (overriep, heeft overroepen),

1. harder roepen dan een ander;

2. zich overroepen. zich door te hard roepen zeer doen.