Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Onbedrieglijk

betekenis & definitie

bn. bw. (-er, -st), (van pers., w. g.) zonder bedrog, oprecht: een jong meisje openhartig en onbedrieglijk als een kind; — (van zaken) niet bedrieglijk, niet bedriegende, met de waarheid overeenkomende, betrouwbaar, vast, zeker: een onbedrieglijke voorstelling van het gebeurde; door een onbedrieglijk instinct gewaarschuwd; onbedrieglijke voortekens.

< >