(haalde omver, heeft omvergehaald),
1. met geweld of onbesuisd omhalen: men haalde een groot gedeelte van het brandend gebouw met brandhaken omver;
2. dooreen-, overhoophalen: met dat zoeken naar zakdoeken hebben de kinderen de linnenkast geheel omvergehaald;
3. (fig.) onderstboven halen en daardoor te gronde richten, te niet doen: nieuwe ontdekkingen hebben die hele theorie omvergehaald.