bn. bw. (-er, -st),
1. luidklinkend, op luide wijze : luidruchtig zingen; — lawaaierig, rumoerig : een luidruchtig geschreeuw ; het ging er luidruchtig toe ;
2. (van personen) veel leven makende: een luidruchtige jongen.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: