bn. (-er, -st),
1. vol rumoer, met rumoer gepaard gaande.
2. rumoer makende: de kinderen zijn vandaag erg rumoerig; — (oneig.) een rumoerige bevolking, druk, (ook) licht tot opstootjes enz. geneigd;
3. onstuimig: de zee is zeer rumoerig.
Gepubliceerd op 01-01-2021
betekenis & definitie
bn. (-er, -st),
1. vol rumoer, met rumoer gepaard gaande.
2. rumoer makende: de kinderen zijn vandaag erg rumoerig; — (oneig.) een rumoerige bevolking, druk, (ook) licht tot opstootjes enz. geneigd;
3. onstuimig: de zee is zeer rumoerig.
Wekelijks trending en actuele woorden ontvangen in je mailbox? Schrijf je net als 2.112 anderen in!
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel lid van Ensie en geniet van alle voordelen: