Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

L’esprit sert à tout et ne suffit à rien ; on est quelquefois un sot avec de l’esprit, on ne l’est jamais avec du jugement

betekenis & definitie

(Fr.), geest dient tot alles en is voor niets voldoende; men is soms een dwaas ondanks zijn geest (geestigheid), men is het nooit als men een juist oordeel heeft (La Rochefoucauld, Max. 456. Vand. het aan Talleyrand e.a. toegeschreven woord ,,L’esprit sert à tout, mais il ne mène à rien”.