Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Ion

betekenis & definitie

Gr. I'oon,

1. zoon van Xuthus of Apollo en Creüsa, de mythische stamvader der loniërs ;
2. een rhapsode uit Ephesus naar wie een van de dialogen van Plato is genoemd;
3. Ion van Chios, tijdgenoot van Pericles, schrijver van hymnen, elegieën, dithyramben, een tragedie en reisherinneringen, waarvan fragmenten bewaard zijn <± 490—422 v. C.).