v. (-nen), het wijfje der hoenderachtige vogels, inz. dat van het tamme hoen, kip (in N.-Nederl. niet gewoon): een hen met kiekens ; — met de hennen slapen gaan, zeer vroeg naar bed gaan; (w. g.) een blinde hen vindt soms een korrel, ook een onnozele heeft wel eens een goede inval; — (w. g.) een wijze hen legt wel een ei in de brandnetels, de beste kan zich vergissen ; — het ei wil wijzer wezen als de hen, gezegd als een jong persoon een oudere tegenspreekt; — ’t is een hen met sporen, een boos wijf.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk