Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Hecht, stevig aaneen

betekenis & definitie

bn. bw. (-er, -st),

1. stevig aaneengevoegd, in elkaar gezet, bestand tegen aantasting: hecht en sterk; een hecht en weldoortimmerd huis; het rust op hechte grondslagen, ook fig.; (bw.) het is hecht en sterk gebouwd;
2. (fig.) onverbrekelijk : een hechte vriendschap ; een hechte vrede, die duurzaam is.

< >