Definities van Groot woordenboek der Nederlandse taal in de Ensie W
- Wegreizen
- Wegrijden
- Wegrit
- Wegroeien
- Wegroepen
- Wegroesten
- Wegrollen
- Wegrotten
- Wegrotting
- Wegroven
- Wegruimen
- Wegruiming
- Wegrukken
- Wegschap
- Wegscheiding
- Wegschenken
- Wegschenking
- Wegscheppen
- Wegscheren
- Wegscheren, zich
- Wegscheuren
- Wegschieten
- Wegschoppen
- Wegschouw
- Wegschouwer
- Wegschrapen
- Wegschrappen
- Wegschuilen
- Wegschuiven
- Wegsjokken
- Wegsjouwen
- Wegslaan
- Wegslak
- Wegslenteren
- Wegslepen
- Wegslepend
- Wegslijpen
- Wegslingeren
- Wegslinken
- Wegsluipen
- Wegsluiten
- Wegsmelten
- Wegsmijten
- Wegsnappen
- Wegsnellen
- Wegsnijden
- Wegsnijding
- Wegsnoeien
- Wegsplitsing
- Wegspoeden
- Wegspoelen
- Wegspringen
- Wegspuiten
- Wegspuwen
- Wegstappen
- Wegsteken
- Weh dir, riasz du ein enkel bist!
- Wekelijks
- Wekeling
- Weken
- Weking
- Wekken
- Wekker
- Wekkerklok
- Wekkertje
- Wekstem
- Wekster
- Wel haak
- Wel-
- Wel, best
- Wel, bron
- Wel.gepast
- Welaan
- Welb00m
- Welbaar
- Welbaarheid
- Welbalk
- Welbearbeid
- Welbebouwd
- Welbedacht
- Welbegrepen
- Welbehaaglijk
- Welbehaaglijkheid
- Welbehaard
- Welbehagen
- Welbekend
- Welbeklant
- Welbekookt
- Welbeleid
- Welbemand
- Welbemind
- Welbemuurd
- Welberaamd
- Welberaden
- Welbereid
- Welbespraakt
- Welbespraaktheid
- Welbesteed
- Welbevoegd
- Welbevolkt