Definities van Groot woordenboek der Nederlandse taal in de Ensie R
- Rookspier
- Rookspin
- Rookstandaard
- Rookstel
- Rookstoel
- Rookstuk
- Rooktabak
- Rooktafeltje
- Rooktopaas
- Rookvang
- Rookvanger
- Rookvat
- Rookverbod
- Rookverbrander
- Rookverbranding
- Rookverbrandingstoestel
- Rookverdrijver
- Rookverdunner
- Rookvlees
- Rookvorming
- Rookvrij
- Rookwagen
- Rookwagon
- Rookwalm
- Rookwolk
- Rookworst
- Rookzak
- Rookzolder
- Rookzuil
- Rookzwak
- Rookzwaluw
- Rookzwam
- Rookzwart
- Room
- Roomachtig
- Roomafscheider
- Roomafscheiding
- Roomappel
- Roombak
- Roomboter
- Roomboterfabr1ek
- Roombutyrometer
- Roomdeel(tje)
- Roomgoed
- Roomheid
- Roomhoorn
- Roomhoorntje
- Roomhuis
- Roomijs
- Roomijswagentje
- Roomkaas
- Roomkan
- Roomkannetje
- Roomkleur
- Roomkleurig
- Roomkoeler
- Roomkom
- Roomkruid
- Roomlaag
- Roomlepel
- Roommeter
- Roompercentage
- Roompoeder
- Roomprocent
- Roompudding
- Roomrijper
- Rooms
- Rooms-katholiek
- Rooms-koning
- Roomsaus
- Roomschaal
- Roomschotel
- Roomsgezind
- Roomsoes
- Roomsprits
- Roomspuitje
- Roomstaar
- Roomtaart
- Roomtaartje
- Roomtank
- Roomton
- Roomvat
- Roomvers
- Roomvla
- Roomvorming
- Roomwafel
- Roomwaren
- Roomwinning
- Roop
- Roos
- Roosachtig
- Roosachtigheid
- Roosbeen
- Roosbloemigen
- Roosgewijs
- Roosje
- Roosjesimmortelle
- Roosjesslijpen
- Roosjesslijper
- Roosjesslijperij
