Definities van Groot woordenboek der Nederlandse taal in de Ensie D
- Damastwever
- Damastweverij
- Dambezie
- Dambord
- Dambordgoed
- Dambreuk
- Damclub
- Dame
- Dame-jeanne
- Dames de la halle
- Damesachtig
- Damesauteur
- Damesbediening
- Damesbureautje
- Damescoiffeur
- Damescoupé
- Damesfauteuil
- Damesfiets
- Damesgeld
- Dameshandwerken
- Dameshoed
- Dameskapel
- Dameskapper
- Dameskapsalon
- Dameskleding
- Dameskleermaker
- Dameslaken
- Damesmantel
- Damesondergoed
- Damesportret
- Damesrijwiel
- Damessalon
- Damesstudenten
- Damestoilet
- Dametje
- Damgeld
- Damgras
- Damhert
- Damhinde
- Damiaatjes
- Damkampioen
- Damkampioenschap
- Damketting
- Damkuil
- Damlijn
- Dammar
- Dammarhars
- Dammarvernis
- Dammen
- Dammer
- Dammetje
- Damnagel
- Damnant quod non intelligunt
- Damnosa hereditas
- Damnosa quid non imminuit dies
- Damnum
- Damocles
- Damon
- Damp
- Dampaal
- Dampachtig
- Dampbad
- Dampdichtheid
- Dampen
- Damper
- Dampig
- Dampigheid
- Damping
- Dampkogel
- Dampkring
- Dampkringlucht
- Dampkringsdruk
- Dampkuur
- Damplaag
- Damplank
- Dampmeter
- Dampneus
- Dampost
- Dampspanning
- Dampvorming
- Dampwolk
- Damschijf
- Damsluis
- Damspeelster
- Damspel
- Damspeler
- Damspiegel
- Damsteeg
- Damsteen
- Damtafeltje
- Damwand
- Damwedstrijd
- Damweg
- Dan
- Dan-sluiting
- Danaë
- Danaërs
- Danaïden
- Danaïdenwerk
- Danaüs