Gr. Kimme'rioi, in de Odyss. (11,14 vg.) een volk in het uiterste Westen, aan de overzijde van de Oceaan, waar noch de stijgende, noch de dalende zon doordringt (vand. cimmerische duisternis, uiterste duisternis); historisch een volk op de Taurische Chersonesus (Krim), dat, opgejaagd door de Scythen, omstr. 700 v. C.
Klein-Azië overstroomde maar ten slotte door de Lydiërs verdreven werd.