Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Aristides

betekenis & definitie

Gr. Aristei'des, Atheens veldheer en staatsman, de rechtvaardige bijgenaamd, in 489 archont; in 483 op aanstichten van zijn rivaal Themistocles door ostracisme uit Athene verbannen : na de zeeslag bij Sal’amis (4S0) teruggeroepen, strijdt hij bij Platae'ae, en richt in 476 de Delische zeehond op (hegemonie van Athene ter zee). Sterft arm (467); zijn kinderen door de staat verzorgd.

< >