Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Afplunderen

betekenis & definitie

(plunderde af, heeft afgeplunderd), (een landstreek) vijandelijk aflopen en overal van de bewoners hun roerende goederen wegroven : het land werd deerlijk afgeplunderd;een boomgaard afplunderen, er al de vruchten van wegkapen; — iem. zijn have afplunderen, ze hem ontroven door zijn huis of land te plunderen.

< >