Van aalmoes tot zwijntjesjager

Dr. E. Schröder (1980)

Gepubliceerd op 10-04-2020

Eenvoudig

betekenis & definitie

Het woord eenvoudig heeft tal van betekenissen: niet ingewikkeld, afkerig van weelde, op bescheiden voet levend, argeloos, zonder meer, kort en goed enz.

Wanneer men oude teksten leest, komt men daar ook de vormen eenvouwdig en zelfs eenvouwig tegen. Die brengen ons op het spoor van de afleiding. Er is blijkbaar verwantschap met het werkwoord vouwen. Eenvoudig is dus: eenmaal gevouwen. Het Duits heeft: einfaltig.

Naast eenvoudig komt zelden eenvuldig voor, maar heel gewoon is Drievuldigheid voor Drieéénheid. De betekenisovergang van eenvoudig tot: oprecht, onnozel die het Duitse einfaltig heeft, is toe te schrijven aan de invloed van het Latijnse woord simplex in kerkelijke taal. Sim betekent: één en plico: vouwen. Dit is ons woord simpel.