Wat is de betekenis van eenvoudig?

2025-11-11
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Eenvoudig

bn. bw. (-er, -st), I. bn., 1. niet samengesteld of ingewikkeld: dat is toch heel eenvoudig; eenvoudige vraagstukken; om de eenvoudige reden dat het er niet is; — dat is het eenvoudigste, het gemakkelijkste, het minst omslachtige; — een eenvoudige breuk, waarvan teller en noemer uit hele getallen best...

2025-11-11
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

eenvoudig

eenvoudig - Bijvoeglijk naamwoord 1. niet ingewikkeld De oefeningen die je moet maken zijn eenvoudig. 2. zonder overdaad of vertoon Hij draagt een eenvoudige uitrusting. Woordherkomst Afkomstig van het Middelnederlandse eenvoudich, eenv...

2025-11-11
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

eenvoudig

eenvoudig - bijwoord uitspraak: een-vou-dig 1. zonder meer ♢ dat is eenvoudig belachelijk! Bijwoord: een-vou-dig

2025-11-11
Van aalmoes tot zwijntjesjager

Dr. E. Schröder (1980)

Eenvoudig

Het woord eenvoudig heeft tal van betekenissen: niet ingewikkeld, afkerig van weelde, op bescheiden voet levend, argeloos, zonder meer, kort en goed enz. Wanneer men oude teksten leest, komt men daar ook de vormen eenvouwdig en zelfs eenvouwig tegen. Die brengen ons op het spoor van de afleiding. Er is blijkbaar verwantschap met het werkwoord vouwe...

2025-11-11
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

eenvoudig

nieingewikkeld nie; maklik; sonder weelde of vertoon; nederig; onnosel.

2025-11-11
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Eenvoudig

adj. & adv., ienfâldich, sljocht plat, simpel; (adv.), sljochtwei(hinne), sljochthinne, sljocht hinne en wer, bleat.

2025-11-11
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

eenvoudig

I. bn. (1 weinig samengesteld of ingewikkeld; 2 wars van weelde en vertoon; zich niet op de voorgrond stellend; 3 als aanwijzing van een maatschappelijke stand: geen weelde kennend; geen aanspraak op deftigheid makend; 4 van levenswijze enz.: zonder weelde of vertoon; 5 zonder opsmuk, ongekunsteld; 6 zonder meer): 1. een eenvoudig vraagstuk; eenvou...

2025-11-11
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

eenvoudig

(e:n'voudəch) bn. en bw. (-er, -st) [een keer gevouwen] 1. weinig ingewikkeld : een kunstje. → breuk. 2. wars van, zonder vertoon, praai of weelde : hié heeft iets -s en toch gedistingeerds; -e genoegens; leven. 3. geen aanspraak op deftigheid makend : -e burgerlui. 4. wars van bijbedoelingen of verkeerdheden : stichtelijke boek...

2025-11-11
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Eenvoudig

bn. en bw. (-er, -st), I. bn., 1. niet samengesteld of ingewikkeld: dat is toch heel eenvoudig; een eenvoudig toestel; om de eenvoudige reden dat het er niet is; dat is het eenvoudigste, het gemakkelijkste, het minst omslachtige; een eenvoudige breuk, waarvan teller en noemer uit hele getallen bestaan; 2. zonder overdaad, weelde, pronk of vertoon...

2025-11-11
Etymologisch Woordenboek

Instituut voor de Nederlandse taal

eenvoudig

eenvoudig bn. 'niet ingewikkeld' categorie: geleed woord, leenvertaling Mnl. einuoldeg, en uoldeg 'eenvoudig, ongecompliceerd; zachtmoedig' [1240; Bern.], Hi dunct mi eenvuldich als een kint 'hij lijkt mij onschuldig als een kind' (Pilatus over Christus) [1291-1300; Diat.], eenvuldege liede 'simpele liede...

Wil je toegang tot alle 18 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-11-11
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Eenvoudig

EENVOUDIG, bn. bw. (-er, -st), niet samengesteld: (w. g.) (spraakk.) een eenvoudige of enkelvoudige. volzin; — eene eenvoudige breuk, waarvan teller en noemer uit heele getallen bestaan; — ongekunsteld, natuurlijk: het eenvoudige is het kenmerk van het ware; — gewoon een eenvoudige boerenjongen: — eene eenvoudige familie,...