Uitheemsche geneeskunde termen

dr. H. Pinkhof (1923)

Gepubliceerd op 26-06-2020

Ictus

betekenis & definitie

(Lat., slag, stoot). Ictus apoplécticus, beroerte; vgl.

Apoplexie. I. cord is, de hart-of puntstoot. I. laryngis (Charcot), strottenhoofd-slag (in de zin van beroerte); aanvallen van pijn in het strottenhoofd met droge hoest en daarop volgende duizeling (vertigo laryngea), overgaande in bewusteloosheid en stuipen. I. solis (sol, zon), zonnesteek.Idant (W e i s m a n n), chromosoma (zie ald.), dat uit meer dan één ide (zie ald.) is samengesteld.