Wat is de betekenis van Ictus?

2024-04-28
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Ictus

[Lat. = slag, van icere = slaan] metrische of ritmische nadruk of heffing in een vers of in de gregoriaanse zang. 1 -ide [Gr. -idès = zoon van] afstammeling van. 2 -ide [Gr. eidès = gelijkend op] 1 gelijkend op (bijv. asteroïde = kleine planeet zich voordoend al...

2024-04-28
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Ictus

stoot; nadruk in een vers

2024-04-28
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Ictus

stoot, steek, houw; klemtoon, verheffing van toon

2024-04-28
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Ictus

rhythmisch accent; aanval.

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Ictus

(Lat.), m., stoot; ictus cordis, hartstoot.

2024-04-28
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Ictŭs

ūs, m. 1. in ‘t alg., stoot, slag, houw, steek, snede, schot, worp. | overdr., ictus calamitatis, Cic., voluptas non habet ictum, beeft geen sterke prikkel, Cic. 2. in 't bijz., vijandelijke aanval; maatslag, maat. | met on., ictus foederis, sluiting van een verbond, Val. Max.

2024-04-28
Geneeskundig woordenboek (EN-NL)

dr. mr. W. Schuurmans Stekhoven (1949)

ictus

stoot, slag; ictus cordis, hartstoot, puntstoot; ictus epilepticus, toeval (epileptisch); ictus paralyticus, ictus sanguinis, beroerte; ictus sotis, zonnesteek.

2024-04-28
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

ICtus

= Jurisconsultus, (Lat.) rechtsgeleerde.

Wil je toegang tot alle 16 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

Ictus

Lat. jurisconsultus, rechtsgeleerde.