kus, een enkele maal archaistisch — verzoening (een zoen treffen); het laatste is echter de oorspr. bet. In ’t mnl. zoene, zwoene = verzoening, boete.
Waarschijnlijk is het verwant met gezond en het lat. sanus. Eigenaardig is de volgende plaats in v. Heemskerk’s Bat. Arcadia 163: „Na de kus des vriendelykheidts volgt de kus des vreedes; en dit is eygentlyk ’t geen wy soentjes noemen, waar mede men de geresene onlusten versoent en ter neder leidt”.