opnieuw
Ik leg mijn hoofd tegen de hoofdsteun, wend mijn gezicht naar de ruit naast mij, en sluit mijn ogen. Ik wil straks, als ik ze terug moet openen, niet recht in zijn ogen kijken. Ik ben bang voor hem, en voor zijn reactie.
(Regina Louf, Zwijgen is voor daders)
De ‘entremets’ die terug verschijnen in de zeventiende en achttiende eeuw hebben niets te zien met hun middeleeuwse voorgangers.
(Vlaanderen, jrg. 58)
Het bijwoord 'terug' geeft in Algemeen Nederlands een beweging aan naar het uitgangspunt. 'We rijden terug naar Amsterdam' betekent dus dat men in Amsterdam vertrokken is. Als dat niet het geval is, zegt men: 'We rijden weer/opnieuw naar Amsterdam'. In Belgisch-Nederlands heeft 'terug' ook de betekenis 'opnieuw'. Een voorbeeldzin waar Nederlanders verwonderd over zijn: 'Het sneeuwt terug'.
Geen Algmeen Nederlands
Gangbaarheid: 7
Vlaamsheid: 1
Gepubliceerd op 21-07-2020
terug
betekenis & definitie