wang
Ik trok haar naar me toe, ik legde mijn neus in haar hals, rook de hooigeur, de zurige roomgeur van haar haren en huid. Ik zocht haar kaak af tot mijn lippen haar mond vonden, ze liet zich kussen.
(Elvis Peeters, De ontelbaren)
Belgisch-Nederlandse Standaardtaal
Gepubliceerd op 21-07-2020
kaak
betekenis & definitie