Definities van Typisch Vlaams woordenboek in de Ensie M
- maaltijdcheque
- maandwedde
- Maar nee!
- maat van drie
- maatschappelijk assistent
- maatschappelijke zetel
- macadam
- macaron
- machtsontplooiing
- madam
- magazijnier
- mager als een haring
- maïs
- majestatisch
- malchance
- malcontent
- malheur
- mandataris
- maneuver
- mangelen aan
- manifestant
- mank lopen
- manken
- manneke
- mantel
- manu militari
- marbel, marbol
- marcelleke
- marchandise
- marcheren
- marina
- marktkramer
- marktstudie
- mastiek
- match
- match nul
- materniteit
- matinaal
- matrak
- matrakkeren
- mattentaart
- maturiteit
- matuur
- maximum
- mazout
- mecanicien
- mediatiseren
- medische zorgen
- mee
- mee zijn met iets
- meedoen
- meehebben
- meeneemchinees
- meer bepaald
- meerkost
- meestergast
- meesterwoning
- meet
- meeval
- meevallen
- meiklokje
- mekaar
- mekanieker
- melkbrik
- melkerij
- melocake
- memel
- memoriaal
- mengelen
- mengelwerk
- merkelijk
- merkkledij
- met aandrang
- met algemeenheid van stemmen
- met de gebroken potten zitten
- met de pluimen gaan lopen
- met de poepers zitten
- met de voeten treden
- met de/twee vingers in de neus
- met een (hete) aardappel in de mond praten
- met een baksteen in de maag geboren zijn/worden
- met een ei zitten
- met een krop in de keel
- met een propere lei beginnen
- met het inzicht
- met iemand aanhouden
- met iemands voeten spelen
- met iets afkomen
- met je gat in de boter vallen
- met klank
- met mondjesmaat
- met pak en zak vertrekken
- met spek schieten
- met twee maten en twee gewichten
- met verstomming geslagen
- met voorbedachtheid
- met zich brengen
- met zijn klikken en klakken
- metaal gehandicapt
- metekind