Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

Gepubliceerd op 21-07-2020

effenaf

betekenis & definitie

helemaal, werkelijk, gewoonweg

Ik loop al van jongs af in deze stoet mee, maar als je het kan meemaken als prinses carnaval, voelt het toch nog specialer. Ik kreeg effenaf kippenvel toen we met onze praalwagen doorheen al dat volk reden.
(Het Laatste Nieuws)
De mensen spreken er effenaf schande van, maar gij weet zo goed als ik, dat ze van een pink een arm kunnen maken.
(Felix Timmermans, Omnibus)

Geen Algmeen Nederlands
Gangbaarheid: 4
Vlaamsheid: 6