Synoniemen zoeken
Synoniem van publiek
Synoniem van 'n ander trefwoord
Groot Synoniemenwoordenboek
P.G.J. van Sterkenburg (1991)
publiek
publiek - de mensen die in een zaal een voorstelling, raadsvergadering en dergelijke bijwonen. Synoniem: toeschouwers. Publiek in een zaal heet de zaal: 'de acteur boog voor de zaal'. De tribune noemt men het publiek dat op de verhoogde plaats in vergaderzalen zit.
Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
publiek
publiek - bijvoeglijk naamwoord, zelfstandig naamwoord
uitspraak: pu-bliek
1. waar iedereen in kan of aan mee kan doen
♢ er werd een publieke discussie gevoerd over euthanasie
1. een publiek geheim
[wat iedereen weet, maar waarover niet gesproken wordt]
2. een publiek schandaal
[overal bekend]
3. iets publiek maken
[er bekendheid aan geven, met name via de media]
2. van algemeen belang
♢ de discussie over deze publieke zaak is belangrijk
1. een publieke persoon
[die een rol speelt in het openbare leven]
3. wat tot de taak van de overheid hoort
♢ het aanleggen van wegen is een publieke taak
1. de publieke zaak
[het algemene belang]
2. de publieke sector
[de overheid]
1. mensen die ergens naar luisteren
♢ het publiek gaf de violist een warm applaus
2. mensen voor wie je optreedt of voor wie je schrijft
♢ het boek is niet geschreven voor dit eenvoudige publiek
1. het grote publiek
[de massa, alle mensen]
3. wat van de overheid uitgaat
♢ dit postkantoor is een publiek gebouw
1. het publieke bestel
[de niet-commerciële omroepen]
2. publieke werken
[werk van de overheid aan openbare voorzieningen]
Bijvoeglijk naamwoord: pu-bliek
de/het publieke ...
Synoniemen
openbaar
Tegenstellingen
geheim, particulier
Zelfstandig naamwoord: pu-bliek
het publiek
Synoniemen
openbaar