Synoniemen zoeken
Synoniem van hinder
Synoniem van 'n ander trefwoord

Synoniemen Handboek
Jef Anthierens (1998)
Hinder
Gezegde(s):
• steen des aanstoots
• je zit hier geen boer in het venster (= je stoort niemand)
• hic aerat aqua (Cicero): hier stokt het water, hier zit de hinder, het kalf gebonden
• een ongeluk ligt in een klein hoekje

Synoniemen Handboek Spreekwoorden
Gedigitaliseerd Ensie (1998)
Hinder
Spreekwoord(en):
• want hinderlijk in alle tijden, is steeds het eigen overlijden (W Busch)

Handwoordenboek synoniemen
J.V. Hendriks (1898)
Hinder
Alles wat voor een persoon kwaad is en de waarde eener zaak vermindert. Nadeel is alles wat met onze belangen strijdig is. Schade is het meer materieele be¬grip, zij wordt geleden ten gevolge van gedane afbreuk, toegebracht nadeel of door geleden verlies. Afbreuk is eigenlijk een tekortdoening of benadeeling, die ons door een ander wordt aangedaan, met krenking van ons recht. Het komt bijna uitsluitend voor met het werkw. doen verbonden. Nadeel is het kwaad , dat voor iemand uit iets ontstaat en hem achter doet staan bij anderen, die er voordeel door hebben. Schade wijst op eene vermindering van welstand, verlies op eene vermindering van bezit, hinder op eene dwars- booming onzer plannen of verrichtingen en bij uitbreiding op het nadeel, dat hieruit ontstaat. Door schade (niet door nadeel) wordt men wijs, dat wil zeggen: een verlies behoeft niet altijd voor een kwaad gehouden te worden, het kan dikwijls zelfs zeer nuttig voor ons zijn.

Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
hinder
hinder - zelfstandig naamwoord
uitspraak: hin-der
1. wat je stoort of belemmert
♢ we hebben niet veel hinder van die bouwplaats
Zelfstandig naamwoord: hin-der
de hinder
Synoniemen
last, ongemak
Tegenstellingen
comfort, gemak