Synoniemen zoeken
Synoniem van have
Synoniem van 'n ander trefwoord
Handwoordenboek synoniemen
J.V. Hendriks (1898)
Have
Bezit goed en have duiden die zaken aan, die de mensch als zijn eigen beschouwen kan; in deze woorden is de grond¬gedachte op verschillende wijze uitgedrukt. Bezit en ook bezitting is eigenlijk wat bezeten wordt. Have is wat men heeft, goed is wat den mensch goed of van nut is. Goed wordt zoowel gebruikt van roerende als onroerende goederen. (Vgl. goederen). Have eigenlijk bezitting beteekende oudtijds ook vast goed, maar wordt tegenwoordig meer voor onroerende goederen en vee (tilbare have levende have) gebezigd, terwijl goederen nu meer ge¬bruikt wordt om vaste eigendommen, inzonderheid landeigendom (vaste onroerende goederen) bezitting om onroerende goederen van eenigen omvang aan te duiden. Middelen omvatten iemands gezamenlijke bezittingen, doch ziet vooral op het geld dat hij bezit. Een man van middelen is hij, die onbekrompen leven kan. Hetzelfde in ruimeren zin wordt uitgedrukt door fortuin. Vermogen is dat waardoor men iets vermag of macht heeft. Dit woord omvat de middelen, rechten enz. en beschouwt dit alles met de bezitting en de middelen als een geheel. In het dagelijksch leven heeft het meestal de kracht van middelen of fortuin.
Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
have
have - zelfstandig naamwoord
uitspraak: ha-ve
1. wat van jou is, waar je eigenaar van bent
♢ hij heeft zijn have goed verzekerd
1. liggende have
[onroerend goed]
2. tilbare have
[meubelen en dergelijke]
3. levende have
[vee en huisdieren]
4. have en goed verliezen
[alles wat je bezit kwijtraken]
Zelfstandig naamwoord: ha-ve
de have
Synoniemen
bezit, bezitting, eigendom