Synoniem van blik

blik - het gedurende korte tijd ergens naar kijken; synoniem met oogopslag. Iemand die alles ziet en doordringend kijkt heeft een adelaarsblik of arendsblik. Is de blik vriendelijk en lokkend, dan spreken we van een lonk.

blik - zelfstandig naamwoord

1. omhulsel van geplet staal met laagje tin erop
♢ we hadden nog tien blikken appelmoes in voorraad
1. een blik agenten open trekken
[extra agenten inzetten]
2. plat bord waar je vuil op kunt vegen
♢ ik veegde de scherven op met stoffer en blik

Zelfstandig naamwoord: blik
het blik
de blikken
het blikje