Wat is de betekenis van Blik?

2024-04-19
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

blik

1) (1929) (Leuven, stud.) student die voor legerarts gaat; geneeskundestudent die het uniform van de militaire gezondheidsdienst draagt. Zo genoemd omdat hij eigenlijk maar een 'blikken' soldaat is. Ook wel: blek. De meervoudsvorm is: bliks. • 'n Student die voor legerarts gaat heet 'blik' (spr. blèk) hoogstwaarschijnlijk om...

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

blik

blik - Zelfstandignaamwoord 1. metaal dat tot dunne bladen is uitgeslagen Dat materiaal daar is blik. 2. een cilindervormig afgesloten blikken vaatje Er zitten perziken in dat blik. 3. als voorwerpsnaam 1. een blikken bak...

2024-04-19
Jargon & Slang van Studenten

Marc De Coster (2017)

Blik

Blik - (Vlaams) student in de geneeskunde die het uniform van de militaire gezondheidsdienst draagt. Zo genoemd omdat hij eigenlijk maar een blikken soldaat is, geen echte. Ook wel: blek. De meervoudsvorm is: bliks.

2024-04-19
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

blik

blik - zelfstandig naamwoord 1. omhulsel van geplet staal met laagje tin erop ♢ we hadden nog tien blikken appelmoes in voorraad 1. een blik agenten open trekken [extra agenten inzetten] ...

2024-04-19
Lexicon voor de kunstvakken

Wouter van Boesschoten, Wieneke van Breukelen, Ton Konings m.m.v Henriette Coppens, Eefje Lonis, Jos van Waterschoot & Simon Wienke (2002)

blik

Een blik is een dunne, tot 0,5 mm, uitgewalste plaat ijzer; als bescherming tegen roesten is aan beide kanten een zeer dunne laag tin aangebracht, bijv. bij conservenblik.

2024-04-19
Woordenboek van populaire uitdrukkingen

Marc de Coster (1998)

Blik

1. - halen/trekken,een goede prestatie leveren. Eigenlijk ‘een medaille halen’. Studentenslang jaren tachtig. 2. - op oneindig, verstand op nul,een bepaald doel willen bereiken, zonder nog op iets anders te letten of zonder rekening te houden met bijkomende omstandigheden; uitsluitend denken aan de prestatie die men moet leveren. Deze zinswending k...

2024-04-19
Vloeken lexicon

Prof. dr. P.G.J. van Sterkenburg (1997)

blik

zie verroesten.

2024-04-19
Lesbotaal Lexicon Lesbiaans : lexicon van de lesbotaal

Hanneke Kunst en Xandra Schutte (1991)

Blik

Blik - i) lesbisch oogcontact, van alle tijden. Je herkende elkaar vroeger door de blik, dan keek je elkaar net iets langer aan dan netjes was. (Gehoord van oudere dame in De Brug). Het heeft even geduurd voordat ze de Blikken kon herkennen en retourneren. (De Groene Amsterdammer, 25-6-86). 2) de speciale (lesbieuze) kijk op de zaken. Ook the look,...

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Encyclopedie van Zeeland

Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)

BLIK

Een nog niet begroeide → aanwas; in namen als blikpad en blikwei.