Synoniemen zoeken
Synoniem van aanvallen
Synoniem van 'n ander trefwoord

Groot Synoniemenwoordenboek
P.G.J. van Sterkenburg (1991)
aanvallen
aanvallen het leven of de vrijheid van een vijand of een dier met geweld bedreigen. Je kunt het gebruiken met of zonder lijdend voorwerp. Een enigszins geleerd synoniem is attaqueren, een neutraal synoniem is in de aanval gaan (of komen). Synoniem: in het offensief gaan (of komen). Het onderwerp van deze werkwoorden kan ook een mens of een dier zijn. Is het onderwerp een persoon, dan kun je ook te lijf gaan of zich werpen op zeggen. Gaat die persoon een andere persoon (en niet een dier) te lijf, dan vliegt hij hem aan. Onverwachts een mens of dier aanvallen heet overvallen, bespringen of op het lijf vallen. Bespringen is overigens ook het aanvallen van een roofdier op zijn prooi. Is de tegenstander niet in het minst op een overval berekend, dan gebruik je verrassen. Overrompelen houdt in dat de verrassingsaanval onmiddellijk met succes wordt bekroond. Zijn de overvallers belegerde strijders, dan doen ze een uitval op de belegeraars. Legers vallen een land binnen. Een leger(afdeling) die de vijand krachtig aanvalt, grijpt deze aan of tast hem aan. Bestoken houdt in dat er intensief wordt geschoten met kogels of andere projectielen. (Zie verder: schieten .) Met heftig vuur geef je iemand, een tegenstander de volle laag. Chargeren wordt uitsluitend zonder lijdend voorwerp gebruikt; het wil zeggen dat cavalerie of politie in gesloten formatie aanvalt. Bestormen of stormlopen op gebruik je wanneer een (deel van een) leger, een bende en dergelijke aanvalt door middel van een stormloop.
Zie verder: belagen; oorlog, ten gaan.

Synoniemen Handboek
Jef Anthierens (1998)
Aanvallen
Gezegde(s):
• erop losgaan
• te lijf gaan
• van leer trekken
• te velde trekken
• onder vuur nemen
• de wapens opnemen
• de handen opheffen
• amok lopen
• amok maken
• de (het) spits afbijten
• in de spits gaan
• de staf over iemand breken
• de wind uit de zeilen nemen
• een stok in het honderd werpen
• alle zeilen bij zetten
• het zwaard aangorden
• voor de kop stoten
• zijn lendenen omgorden
• onder handen nemen
• iemand alle hoeken van de kamer laten zien

Synoniemen Handboek Spreekwoorden
Gedigitaliseerd Ensie (1998)
Aanvallen
Spreekwoord(en):
• wie niet kan bijten, moet zijn tanden niet laten zien

Handwoordenboek synoniemen
J.V. Hendriks (1898)
Aanvallen
Alle drukken uit een vijandig te lijf gaan, het met vijandige bedoeling tot iemand komen ten einde de hand aan hem te slaan. Zij laten in het midden of zulks geschiedt te recht of ten onrechte. Is dit laatste bepaaldelijk het geval, dan bezige men aanranden. Aanvallen is de meer algemeene uitdrukking. Hiervoor is geene onmiddellijke nabijheid noodzakelijk, daar dit ook van het eerste begin van den strijd gebruikt wordt. Aanvallen op onderstelt, even als aangrijpen en aantasten, meer onmiddellijke nabijheid. Aangrijpen duidt een krachtig en van zeer nabij aanvallen aan. Hij liet de soldaten den vijand met de bajonet aangrijpen. Zij grepen hem aan en wierpen hem een eind terug. Aantasten onderstelt vastberadenheid, bedaardheid en overleg. Aan¬vliegen veronderstelt een heftigen aanval, waarbij vooral snelheid op den voorgrond staat. De Kaffers vlogen ons aan als wilde dieren, die op hun prooi los sprongen. Meestal is er het begrip van toorn of woede mede verbonden. Hij ontstak in zoo groote woede, dat hij mij aanvloog, en zoo men mij niet spoedig te hulp was gekomen, had hij mij geworgd.

Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
aanvallen
aanvallen - onregelmatig werkwoord
uitspraak: aan-val-len
1. proberen door vechten van iemand te winnen
♢ de soldaten moesten de vijand aanvallen
2. laten zien dat het niet juist is
♢ met dit experiment is de theorie aangevallen
Onregelmatig werkwoord: aan-val-len
ik val aan (... ik aanval)
jij/u valt aan (... jij aanvalt)
hij/zij valt aan (... hij aanvalt)
wij/zij/jullie vallen aan (... wij aanvallen)
ik/jij/u/hij/zij viel aan (... ik aanviel)
wij/zij/jullie vielen aan (... wij aanvielen)
hij heeft aangevallen
de/het/een aangevallen ....
aanvallend, aanvallende
Synoniemen
bestoken, bestormen
Tegenstellingen
aantonen, bewijzen, staven, uitwijzen, verdedigen, weren