Synoniemen zoeken
Synoniem van smalen
Synoniem van 'n ander trefwoord
Groot Synoniemenwoordenboek
P.G.J. van Sterkenburg (1991)
smalen
smalen - geringschattend spreken over iemand of iets. Het woord kan worden gevolgd door een bepaling met 'op'. Bij het synonieme afgeven op is de voorzetselbepaling verplicht. Bij schamperen staat een lijdend voorwerp in de vorm van directe rede: 'het zal wel weer niet zijn gelukt,' schamperde hij.
Zie: kritiseren; spotten.
smederij
synoniem: smids.
smeerboel
is synoniem met smeertroep en beestenboel.
Handwoordenboek synoniemen
J.V. Hendriks (1898)
Smalen
Iemand iets aandoen in woord of daad, waardoor hij leed gevoelt en in zijn gevoel van eigenwaarde of eer wordt aangetast. Beleedigen zegt dit in het algemeen, terwijl de andere woorden de wijze, waarop de beleediging plaats grijpt, nader omschrijven. Bij beschimpen en bespotten staat het denkbeeld van spot, bij hoonen dat van vernederingen schande, bij smaden dat van verachting op den voorgrond, en deze verschillende denkbeelden zijn in verguizen, dat verreweg het sterkst is, vereenigd. Krenken eigenlijk iets krank maken, duidt behalve de daad van benadeelen ook de aantasting der eer aan, die het gevolg der krenking is. Kwetsen ziet meer op de beleediging van het gevoel. Smalen kan men zoowel op een voorwerp als op een persoon. Het beteekent uit nijd iemand of iets als gering of niets¬waardig voorstellen.
Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
smalen
smalen - regelmatig werkwoord
uitspraak: sma-len
1. het met minachting zeggen
♢ 'dat kun jij toch niet', smaalde Steinar
Regelmatig werkwoord: sma-len
ik smaal
jij/u smaalt
hij/zij smaalt
wij/zij/jullie smalen
ik/jij/u/hij/zij smaalde
wij/zij/jullie smaalden
hij heeft gesmaald
smalend, smalende